Juryrapport
Een alledaags kroegtafereel met een aantal gasten hangend aan de bar. Alle gebruikelijke attributen als barkrukken, voetsteunen en toog waren weggelaten. De vondst van de onzichtbare toog was origineel, maar viel erg tegen in de uitwerking.
De anatomie en de proporties van de stamgasten klopten echt niet. De benen waren te lang, de koppen te klein. De houdingen te stijf, te houterig en de uitdrukking in de gezichten niet voldoende uitgewerkt. De symboliek van de kleur (geel van het bier en wit voor de schuimkraag) werkte niet echt. Wat die bruine plekken onder het zitvlak van de gasten moesten suggereren viel te raden. De kleuren van de wagen waren niet sfeerbepalend, ze kozen ook niet voor vrolijkheid of ergernis.
Dit kleurgebruik, de vormgeving, maar ook het tikwerk zijn heel bepalend geweest voor de klassering. Aan de vorm was te zien dat er in de basis geen rekening was gehouden met de dikte van de bloemen die er nog op moesten. In de details zoals de schoenen en de broeken was dit goed zichtbaar. Het contrast tussen licht en schaduw had ook zeker groter mogen zijn. Het tikwerk was niet mooi gedaan, veel te recht toe recht aan getikt.
De interactie aan de tafeltjes liet in het midden of een en ander geanimeerd dan wel saai was. Jammer dat niet het gevoel van een ontmoetingsplaats werd opgeroepen. Een plek om te communiceren met elkaar. De uitdrukking op de gezichten was star en weinig zeggend, ze straalden niets uit. Niet naar elkaar en niet naar de buitenwereld.
Kortom, het verhaal van deze wagen was alles behalve duidelijk.