Juryrapport
De vakjury wil hier zondigen tegen de regels van de Corso-organisatie. De vakjury wil gezegd hebben dat de maquette aanvankelijk bij de juryleden, die de tentoonstelling bezocht hebben, hoge ogen gooide. Wat jammer, als je dan het resultaat zag in de uitvoering van de corsowagen. Het kleurgebruik van deze wagen was niet goed, het was vlees noch vis. De tekening van de gezichten was te hard en bij de laatste figuur waren alle kleuren gemengd, wat ook niet het beoogde effect opleverde, althans als dat een verwaaid tafereel moest opleveren.
Helderheid was hier de redding geweest, want de storm zat er op zich wel in. De haren wapperden, een hoed vloog weg, zij het met minder kracht als je zou verwachten, want zelfs de sokkels bogen en wankelden. Alles gebeurde echter met zo’n heftigheid dat bij het aanzien ervan de schrik om je hart slaat. Misschien gebeurde het allemaal wel te heftig. Met beelden ga je niet makkelijk aan de haal, met bewegende objecten als mensen, hoeden, haren en kragen wel. Een thema als ‘BeeldenSTORM’ moet het hebben van een evenwicht tussen het statische van het stenen beeld en het beweeglijke van de overige onderwerpen. Dat evenwicht is zoek. De beelden bewogen teveel, het werden gewone corsokoppen en dan ook nog met gelaatstrekken die weinig verfijnd in kleurpatronen waren getekend. Zij verloren daardoor hun eigen kracht en klassieke eerbiedwaardigheid. Het waren bonte maskers geworden en daar bleef het bij.
Wel zij opgemerkt dat de sokkels in hun eigen plastische vorm, sierlijk en grappig, in detail rijk en mooi geïntegreerd zijn weergegeven, ook al kostte het even tijd om te zien dat het sokkels waren.