Juryrapport
Betere aas dan humor om het publiek te pakken, bestaat er niet. Als de humor wordt gecombineerd met schoonheid en als de kracht van het weglaten tot in perfectie wordt uitgevoerd, dan is het helemaal top. Beet! heeft dit allemaal.
Als de wagen komt aanrijden, dan zie je onmiddellijk de adembenemende schoonheid van de vis. De verhouding met het bootje is precies juist en de spanning is direct voelbaar. Je ziet dat de twee van elkaars bestaan totaal geen weet hebben. Alleen de toeschouwer heeft het overzicht en kent het gevaar. Je ziet beide polen en voelt de spanning daartussen, deze veroorzaakt een prettige kortsluiting in het hoofd. Je krijgt de neiging om naar boven te roepen ‘kijk uit!’, want je gaat allerlei scenario’s bedenken en geen daarvan loopt goed af. Het geluidsdecor versterkt dit gevoel.
Wat goed ook dat er niet gepoogd is een waterlijn aan te brengen. Het bootje geeft voldoende aan waar die ligt en dat de vis vanzelfsprekend onder water zwemt. Het werpen van de hengel benadrukt deze denkbeeldige lijn. Dit bedoelen we met minder is meer. Bij zo’n duidelijke verbeelding maakt een waterpartij het beeld juist zwakker.
Het verhaal is zo overduidelijk dat iedere beschrijving overbodig is. Je maakt het verhaal zelf af, het wordt niet volledig ingevuld en dat is klasse gedaan.
De vis is van wonderlijke schoonheid. Je kijkt recht in zijn bek. De bogen van het verhemelte vormen een tunnel die rechtstreeks naar de maag leidt. De kleur is ook hier goed getroffen. De tanden zijn spiesen, rijen dik.
De tekening van de huid is subtiel getikt met verschillende tinten roze, oranje, rood en oker. Als je goed kijkt, dan zie je de zorg die is besteed aan de kleurschakeringen. Naast de donkere lijnen zijn oranje bloemen geplaatst waardoor ze gaan stralen. We zien mini details, zoals de fraaie ogen, de blauwe en witte stippen. De tekening van de bloemen straalt vanuit het oog naar buiten. Het achterlijf is een wirwar van stekels en vinnen en toch zit er eenheid in. Complimenten voor de durf om op de vis groene stengels met blauwe knoppen te planten. Vooral omdat de vis op zichzelf al best druk is. De stengels kunnen dan te veel van het goede zijn en het beeld chaotisch maken. Het tegendeel is het geval. De stengels maken van alles juist één geheel en laten zien hoe ‘alien’ deze vis is.
Dat blijkt als de vissers beet hebben. Zij zijn de enige figuranten op de wagen en ook dat is een kracht waarmee de voelbare spanning filmisch is weggezet. Ze zien er perfect uit, in hun gele oliepakken met reusachtige bakkebaarden en een snor die er niet om liegt. Ze maken het beeld cartoonesk en die overdrijving versterkt hun rol in het verhaal. Ook al is de afstand groot, die rol wordt precies gesnapt. Humor werkt alleen als die perfect tot in de details is uitgevoerd, anders wordt ze plat en leeg. Heerlijk hoe de naam Mariska op de boot is geschilderd, het werkt vertederend. Het ankertje, de buitenboordmotoren, zelfs de geschilderde waterlijn op de boot, het klopt allemaal. Dat geldt ook voor de bodem die is uitgevoerd met bruine coniferen. Dan ben je blij dat er een tekort aan bloemen is.
De timing van het opengaan van de bek is ook schitterend. Met die enorme spanning op de vislijn, het oog dat wegdraait zodra de vis begint te bijten, het is allemaal in lijn met hoe de wagen moet functioneren. Arme vissers, nog een paar meter dobberen en dan is het zo ver.