archief home

Pool Party

2022
2022
<
>
<
>

Erwin Martens

Titel: Pool Party
Categorie: Wagen
Jaar: 2022
Buurtschap: Molenstraat
 
Ontwerper(s): René Kemper
 
Startnummer: 7
Prijs: 20
Punten: 350
Omschrijving Met ondersteuning van Johan van der Kloof en Marco Bekers
Juryrapport
Wat een Pool Party zou dit kúnnen zijn! De party die voorbijtrekt is een nogal obligaat, kalm dobberend tafereeltje waar best wat op aan te merken valt. Met name op de anatomie van de figuren. Het is gevaarlijk om een wagen met figuren te ontwerpen als je het aanhouden van de verhoudingen van anatomie niet beheerst. Het kan verrassend en komisch werken als dit wordt uitvergroot, zoals Niki de Saint Phalle doet. De manier waarop Pool Party wordt uitgebeeld, komt onkundig over. Daarbij wordt het evenwicht in de compositie gemist: de verhoudingen van de figuren met de opblaasbanden kloppen niet. De voorste dame heeft geen voeten en wat ze wel heeft, is slecht weergegeven. Benen en voeten blijven als stokjes in ons geheugen staan. Haar handen zijn niet goed in verhouding met de rest van het lijf. Mocht er een wateroppervlakte zijn aangebracht, of tenminste de suggestie daarvan, dan lijkt het of de benen in dat water zitten. Dat wordt nu gemist. Ook de keuze van huidskleur van de voorste dame laat te wensen over. En niet alleen bij haar. De kleuren zijn vrij monotoon waardoor dieptewerking (schaduwcontrasten) ontbreken. Het geel van de voorste opblaasband is flets, dat mag een hele heldere kleur geel zijn waarmee de uitstraling en eerste indruk meteen anders is. Het spuitwerk van deze eenhoorn slaat het plaatje op die plek in het ensemble helemaal dood. Jammer dat de verlopen daar zijn gespoten. Dan nog liever de bloemen eerst verven en daarmee het verloop op de figuur aanbrengen. De gekkigheid van een Pool Party wordt gemist, de feestelijke stemming, de beweeglijkheid, de strandballen. De aanwezige beweging is te subtiel om dat effect te krijgen en zelfs het drijven komt er onvoldoende uit. Juist dat kan van meerwaarde zijn, als je het over alle onderdelen doorvoert. Dat de wagens slecht aangesloten achter elkaar aan rijden, haalt ook daar de suggestie van beweeglijkheid weg. Over de geluidsband wordt wisselend gedacht. Het merendeel van de juryleden vindt het een gemiste kans omdat ook deze meer vrolijkheid mag brengen. De doffe discodreun eronder, is in strijd met het beoogde zwembadgevoel. Het geluid is bovendien erg luid en doet meer verwachten dan er komt. De timide kreetjes benadrukken het kabbelen, niet de party. In de gehele, slordige uitvoering ondergaat de toeschouwer deze creatie. Er ontbreekt een vorm van verwondering. De voorstelling is daarvoor te plat. Het is eigenlijk een dierenwagen met veel verschillende dieren, zonder een goed idee.