Juryrapport
Het viertal geelkuif kaketoes vormt een overtuigend straatbeeld. Erg realistisch, fraaie
kleuren, niet alles is hetzelfde en de schaduwpartijen zijn mooi in kleuren gezet die tegen het
warmwit aanschuren. Het tikwerk getuigt van vakmanschap, tot in de kleinste details. Het
heeft een soort ritme dat mooi overeenkomt met een verenkleed. De achterste vogel is
alleen al fantastisch vanwege zijn rugpartij.
De vogels zijn goed van vorm en ook goed gepositioneerd op de wagen, ze staan op zichzelf
en vormen toch een geheel. Het gebruik van natuurlijke alternatieve materialen is niet
overdadig en het zonlicht een geschenk waardoor de vogels extra stralen.
De kuif van de kaketoe staat imponerend overeind bij angst, agressie en opwinding.
Het rondtrekken tijdens een corso kan deze vogel nerveus maken. Daar is wellicht winst te
behalen.
Want waar gaat het mis? Hier is geen enkele vorm van spanning of diepgang. Het beeld is in
één oogopslag duidelijk, het maakt ons verder niet nieuwsgierig.
Het concept is dun - vier kaketoes - en komt daardoor theatraal niet uit de verf. De wagen
blijft statisch en bijster origineel is het ontwerp ook niet. Een realistische weergave van vier
dieren in hun omgeving. De relevantie daarvan wordt steeds minder waardoor deze wagen
relatief laag eindigt. Ondanks alle waardering voor het vakmanschap. Als de vogels in een
andere context worden geplaatst, leidt dit tot een creatieve verbeelding en die ontbreekt hier.
De verwijzing naar een citaat van George Bernard Shaw (vertaald: ‘Het huiselijk leven is net
zo onnatuurlijk voor ons als een kooi onnatuurlijk is voor een kaketoe’) zien we niet terug in
het beeld, het zijn gewoon vier kaketoes. Hele mooie, dat wel.