Juryrapport
Een wonderschone grafiek met strak kleurgebruik, het beeld doet heel oosters aan. Het oranje en wit
contrasteren mooi met het diepe rood. De daken zijn prachtig door de wollig aangebrachte structuur,
het geheel heeft middeleeuwse architectonische details. Ook kleine onderdelen zijn mooi gemaakt,
zoals de ronddraaiende spijltjes van de reling achteraan en intrigerend bewegende blokjes. De
donkere rode dahlia’s geven de wagen een nachtsfeer. Al is er twijfel of het een goed keuze is om de
kleur van dak en figuur hetzelfde te houden, het wordt daardoor te veel een klont waardoor de knappe
constructie van de wagen minder goed tot zijn recht komt.
De soundscape is dreigend, net als de titel en de transformer die op het publiek afkomt. Het spookhuis
blijkt een spookfiguur en is zowel bouwkundig als anatomisch mooi uitgewerkt. Het lichaam beweegt
op een intrigerende manier, allemaal inventief en stijlvol gemaakt.
Maar dan? De verwachting van suspense wordt niet waargemaakt. De wagen zoekt in beeld en geluid
contact met de opleving van de hernieuwde interesse in horror, maar contact met het publiek zoekt hij
niet. In interactie kan er een schrikeffect ontstaan.
De heftige muziek en horrorbeelden suggereren een gevolg dat niet komt. De transformer blijkt een
lege huls, er gebeurt niks engs en het is slechts de buitenkant die angst aanjaagt. De uitvoering van
de bewegingen zijn net te beperkt om echt een gevoel van gevaar op te roepen. Vraag is of de
verwachting wordt getemperd met een andere titel. Misschien kan de wagen dan meer vanuit de
details verrassen, nu blijft het wachten op een schrikeffect dat niet komt.