archief home

TROEP

2017
2017
<
>

Erwin Martens

Titel: TROEP
Categorie: Wagen
Jaar: 2017
Buurtschap: Veldstraat
 
Ontwerper(s): Matti van Aert
Vivi van Aert
 
Startnummer: 17
Prijs: 15
Punten: 497
Ereprijzen: 3e publieksprijs
Omschrijving De troep is verzameld. Spierballen, oorlogstaal, dreiging. Hier komt zwaar geschut. Stel scherp. Focus. Maak je klaar. Zet je schrap. Vecht. Tegen je verbeelding. Camoufleer de angst. Verwonder je over de dubbelzinnige dreiging. Hier arriveert de best gecamoufleerde oorlog ooit: TROEP.
Juryrapport
Vijandschap gaat over in speels gestoei, van oorlog naar vrede. Het is een sterke morele boodschap. Uitgebeeld door een overgang van voor naar achter, van voorstelling naar theater. Daarbij ondersteund door een verandering in kleur van donker roze naar licht roze. Complimenten voor de monochrome kleurstelling van het geheel. De kleurcombinaties worden tot in de kleding en schmink van de figuranten doorgetrokken. Vraag is wel of juist dít kleurgebruik het verhaal goed vertelt. Hier zitten paars en roze dicht bij elkaar, voor de voorkant had ook voor een heel andere kleur gekozen kunnen worden, die het verhaal beter dient. Het contrast komt niet echt uit de verf en daardoor is de verbeelding niet erg sterk, eerder een beetje rommelig. Behalve de kleur maakt ook de dahlia als basismateriaal, de serieuze kant van de wagen te soft. De geluidseffecten werken goed. Oorlog en schoonheid zijn een gevaarlijke combinatie en je moet van goede huizen komen wil je dat visueel goed uitbeelden. Het accent ligt meer bij troep in de betekenis van een groep soldaten, dan in troep als rommel. Dat blijft beperkt tot het beeld van een omgekieperde jongenskamer-speelgoedlade, hoewel het knap is gemaakt. Het enthousiasme van de figuratie werkt aanstekelijk. Maar het is wel erg kwajongens-plezier, clownesk en zelfs carnavalesk. Het totaalbeeld wordt mooier als de wagen is doorspekt met echte mooie emoties. Hier ontbreekt de durf om een idee niet te ridiculiseren. Actualiteit - met enkele subtiele verwijzingen in de wagen – wordt gemist. Wat de figuratie, betreft komt er in het slotstuk wel erg veel op het publiek af, je weet niet waar je kijken moet, temeer om dat er geen herhaling van zetten is, iedereen geeft een eigen invulling aan zijn spel. Het publiek wordt overvoerd en wordt daarbij tot keuzes gedwongen, in plaats van dat deze vooraf zijn gemaakt. Het geheel, zowel in vormen als in theater, leidt een beetje onder de stortvloed van ‘betekenisvolle’ beelden: het is allemaal een beetje ‘too much’.