archief home

Weefsel

2017
2017
<
>

Erwin Martens

Titel: Weefsel
Categorie: Wagen
Jaar: 2017
Buurtschap: Stuivezand
 
Ontwerper(s): Kjeld van Kuijck
Kevin Frijters
Laura Poppelaars
 
Startnummer: 2
Prijs: 16
Punten: 474
Omschrijving Geweven bloemdraden vormen de huid van de wagen...
Juryrapport
Een klassieke wagen die een mooi half liggend mannenlijf uitbeeldt. De consequente ruitvormen waarmee de figuur is opgebouwd en de openheid van het vlechtwerk zijn indrukwekkend. De lichtheid van de wagen werkt mooi door zijn open structuur. Waar gekozen wordt voor één figuur, moet deze iets heel bijzonders hebben om een verwachting waar te maken. Dat lukt in de vormgeving van het raster, de uitdrukking van het gezicht en de anatomische correctheid, met complimenten voor de spieren en voeten. Met deze kloppende proporties van het lichaam roept de wagen associaties op met The Invisible Man en de figuren van Corpus-tentoonstellingen. Maar de kijker blijft achter met vragen waarbij niet allen het antwoord achterwege blijft. Het beeld geeft zelfs geen aanwijzing in een bepaalde richting. De wagen heeft geen vertelling. Is dit een danser, of iemand die na een lang gevecht op de grond ligt, naar zijn handen kijkt en uitroept ‘Why?’ Dat is precies de vraag die het beeld oproept: Why? Wat is hier gebeurd, wat moet de kijker met dit beeld? Wat is de noodzaak om dit beeld te maken? Dat is het grootste probleem bij deze voorstelling. Het blijft hangen tussen een pose van een schildersmodel en een foto uit een damesblad. Het peinzen, het licht achterover hangen, de benen zo ongemakkelijk omhoog, het wordt enkel gemotiveerd vanuit de constructietechniek en niet vanuit een verhaal dat de wagen moet vertellen. Wil deze mensfiguur zich losrukken uit zijn gevangenschap van draden? Dan zou dat sterker naar voren moeten komen. Deze dramatische pose doet af aan het perfecte minimalisme van de techniek en wordt daarmee wat cliché, niet interessant genoeg. Bij Lelystad staat de zittende man van Gormley, ook een mensfiguur in een open constructie, ook meer dan levensgroot, maar in tegenstelling tot deze corsowagen in een interessante pose. Het kleurgebruik wordt gesnapt, huidtinten met accenten, maar deze maken de wagen niet heel bijzonder. Bovendien hebben de tinten de neiging vlekkerig te worden. Probleem is ook dat het weefsel – hoe mooi en origineel gemaakt ook - niet helemaal uit de verf komt als een weefsel. Het benadert meer een gipsmat. Misschien komt de keuze van de geweven draden bij een andere - minder driedimensionale - vorm beter tot zijn recht. Het grootste probleem bij deze wagen is echter dat techniek en inhoud hier niet samenvallen