Juryrapport
Een dynamische wagen met schattige varkens en afschrikwekkende mieren die tot in detail mooi
gemaakt zijn en ook erg mooi bewegen. Het heeft iets kinderlijks. Het geluid van rinkelend geld
completeert het stilleven. Al doet dit geluid niet denken aan een roof, nergens zet de muziek het beeld
kracht bij. Niet alleen met het geluid blijft het verband met de titel achter. Deze titel herbergt een
flauwe woordspeling en schept de verwachting dat hier iets griezeligs staat te gebeuren. Het verhaal
komt echter niet uit de verf en de verbeelding roept vooral vragen op. Wordt hier de geldzucht van ons
als menselijke mieren verbeeld? Dan mag dit duidelijker en kritischer worden aangegeven.
Wat is de moraal van deze wagen met een spaarvarken en dus spaargeld? Heeft het te maken met
lage rente, waar staan dan die mieren voor? De banken? Die ‘roven’ de rente maar toch niet de
spaarvarkens? De wagen stoort omdat deze niet intrigeert. Het beeld roept ergernis op omdat er geen
consequente gedachte achter zit. Niet dat dit moet, maar dan zijn de gegeven hints bij deze wagen in
het programmaboekje misleidend. Nu lijkt het of er naar de Xenos is gefietst en dat iemand bedacht:
‘die spaarvarkens zijn wel grappig, kunnen we daar iets mee?’ Uiteindelijk zien we mieren die met
spaarvarkens jongleren. Het (be-)roven komt niet over. Misschien moeten de mieren de varkens
verslinden in plaats van verplaatsen, dan zijn dit échte roofdieren, nu is het een braaf tafereel dat
voorbijkomt. Een vlak geheel dat zo lijkt te zijn weggelopen uit een stripboek, waarbij de niet
kloppende verhouding tussen de twee diersoorten de uitvoering geen goed doet.