Juryrapport
Een onduidelijke wagen van het begin tot het einde. De vogelkooi en de rug van de tekenaar
vormen bij het aanrijden geen pakkend beeld. De wagen heeft de toeschouwer lange tijd
niets te bieden. De kooi heeft te dikke spijlen waardoor je de vogel niet goed ziet. Het deurtje
hangt open en het vogeltje kiest ervoor in zijn krappe verblijf te blijven.
De tekenaar is erg plomp neergezet, de beharing is onnatuurlijk, de witte lijnen in zijn haren,
gezicht en handen zijn volkomen onbegrijpelijk in deze context. Ook de lijnen op de jas
roepen vragen op. Vermoedelijk was het de intentie om hiermee plasticiteit aan te brengen in
de kleding, maar dit is helemaal mislukt.
Details zijn met zorg uitgevoerd. De sfeer van het geluid wekt de indruk dat je in een
huiskamer zit. De beweging van de hand levert weinig meerwaarde op, de man spreekt
daarnaast onduidelijke woorden uit.
De wagen heeft geen rust door het ontbreken van vorm en wordt steeds drukker en
rommeliger door de wirwar van gekromde buizen die naar de tekeningen leiden. Deze
tekeningen lijken voort te komen uit de hersenkronkels van de tekenaar, maar dat is wat
ongeloofwaardig. Voor hersenkronkels zijn de tekeningen te lievig en te gewoontjes. Bij
hersenkronkels denk je eerder aan wat absurde of fantasierijke beelden. Bovendien groeit de
chaotische wirwar van lijnen uit de tekentafel en niet uit zijn brein.
Daarnaast zijn de cartoons op een vreemde manier op de uiteinden van die lijnen geplakt, ze
zijn niet het resultaat van een vloeiend en energiek proces. Ze zijn de finale van een verhaal
dat met horten en stoten wordt verteld. Inwoners van Zundert herkennen in de cartoons
highlights van hun dorp, de buitenstaander zegt dit waarschijnlijk niets, zij herkennen alleen
Henk en Ingrid.
Het proces van de tekenaar is te veel achter elkaar op de wagen geplaatst. Het is daarom bij
een verhalende uitwerking/uitleg van zijn teken- en denkproces gebleven. Daar is geen
beeldende vertaling in gevonden.