Juryrapport
Het zeer bijzondere streven om de abstract-figuratieve wereld van Escher tot leven te
wekken in een corsowagen, blijkt moeilijk uitvoerbaar.
De complexiteit van zijn ontwerpen is moeilijk om te zetten in de derde dimensie. Het
wordt snel priegelig. Dat hard paars is gebruikt om alle kanten van de ruimtes te
accentueren, helpt daarbij niet. Een euvel zijn de verhoudingen, de mensen zijn te
groot voor de gebouwen, terwijl dat bij Escher juist zo kloppend is.
De figuranten spelen hun rol knap en professioneel. De kleding blijft goed ‘vallen’
wanneer zij ondersteboven hangen. In hun presentatie zijn kunstgrepen nodig
waarbij niet de illusie, maar het trucje zichtbaar is. Het gedoe met gordijntjes, rails en
kabels leidt de aandacht af van de vormgeving die het altijd aflegt tegen de grafiek
van het origineel. Dit is een voorbeeld waar techniek – hoe ingenieus ook – het beeld
en de performance in de weg zit. Als kijker ben je bezig met de vraag of de figurant
niet valt en of hij het gordijntje wel dicht krijgt, dat leidt af van de illusie van de
voorstelling.
De terughoudendheid in het kleurgebruik van Escher is nauwelijks in bloemen uit te
drukken. Het is een fors blok geworden dat de lichtheid van het grafische werk geen
recht doet. De huizen en torens lijken te normaal.
Veel waardering is er voor het opengewerkte ornament met hagedissen die in elkaar
overgaan.