Juryrapport
De magiërs komen eraan. Met veel schwung roepen zij hun krachten op, die in kolkende opstijgende
spiralen hun meester beschermen. Met forse buisvormige slierten als vormelementen, in de kleuren wit
en paars met een paar rode accenten, is deze wagen vormgegeven. Opvallend zijn de dunne zilveren
lijnen, die met de spiralen meelopen en op de hoogte van de hoofden van de magiërs grote zilveren
sterren vertonen. Een mooi idee, die tegen elkaar indraaiende spiralen, waardoor de heksen opwaarts
leken te bewegen. De spiralen waren effectief uitgevoerd. Mooi consequent volgehouden van beneden
naar boven. Die brede banen van violet gekleurde dahlia's, die geaccentueerd werden door witte
lijnen: een mooi evenwicht tussen regelmaat en afwijkende lijnen.
De jury is van mening dat zonder de figuranten de wagen een behoorlijke aantrekkingskracht had
gehad. Maar met die veel te grote lappen jute en teveel aluminiumfolie, maakte dat een flink deel van
het zicht op de pracht van de wagen werd ontnomen. Door teveel van dit materiaalgebruik werd het
'dahliabeeld' dat een corsowagen toch moet hebben verstoord. Jammer. Ook het gebaar, dat de heksen
maakten door hun arm met vleermuizenvleugel uit te slaan was te klein om theatraal te worden. En de
grens tussen' theatraal' en 'gedoe' is heel smal!
Waar sommige van de juryleden moeite mee hadden was de warrigheid van het geheel. Dit was
waarschijnlijk juist de intentie, maar het kwam op geen enkele manier het beeld ten goede. Het
draaien van de heksen was ‘dreuzelig’ om met Harry Potter te spreken, daar zat geen vaart in, terwijl
je dat nou juist zou verwachten, iets flitsends of razends. Het keutelde daarentegen wat in de rondte
met dweiltjes er achter aan, niet echt het idee van magie. Kleurgebruik in de wagen was voldoende,
bescheiden, rustig en afgewogen. Maar ook niet meer dan dat. De kleur werd vies door de combinatie
met het bruin van het jute en ook de suggestie van de werveling werd teniet gedaan door de vale
hangende lappen. Een wagen die de jury niet overtuigde.