archief home

Porselein

2005
2005
<
>
<
>

Foto Van Hassel

Titel: Porselein
Categorie: Wagen
Jaar: 2005
Buurtschap: Molenstraat
 
Ontwerper(s): Ton van Beek
Marcel van de Sanden
 
Startnummer: 16
Prijs: 6
Punten: 468
Omschrijving Hondjes, poesjes, een herderinnetje of een clowntje, allemaal rijkelijk versierd met roosjes. Ze sieren de schouw of staan op een vensterbank, glimmend, vriendelijk en perfect gevormd. Tegelijkertijd zijn ze breekbaar. Bij een geringe stoot kan een stukje afbreken en laat de ruwe binnenkant zich zien. Als het beeldje valt breekt het in vele stukken. Vervreemdende stukken die zich moeilijk laten lezen. Welke stukken hebben ooit bij elkaar gehoord? Wat heeft een scherf voorgesteld? Een klein detail kan de oorspronkelijke herkomst verraden. Alle scherven hebben een scherpe breuklijn. Een lijn die uiterst onvoorspelbaar is. Door porseleinen beeldjes kapot te gooien ontstaan er vormen die je niet kan bedenken, ze zijn door het toeval bepaald. Met porseleinscherven zijn nieuwe beeldjes gemaakt. Beeldjes die terug op een vensterbank of schouw kunnen staan. Drie van deze beeldjes zijn honderd keer zo groot nagebouwd.
Juryrapport
Wat een heerlijk fris idee om porselein, en dan nog gebroken, in een corsowagen uit te beelden. Een uitgesproken vormgeving kenmerkte deze wagen. Samen met de gekozen pastelkleuren benaderde het beeld de meegevoerde collage van aan elkaar geplakte scherven en brokken en behield het totale beeld haar tedere en sprookjesachtige sfeer. Wat natuurlijk met bloemen moeilijk is uit te beelden miste de vakjury: de eigenschappen van glans en de hardheid van het porselein. Er had voor de vakjury hier en daar wel een aanduiding van glans en weerkaatsend licht mogen zijn op het getoonde porselein. In werkelijkheid is porselein erg dun, een soort eierschaaltje, maar ook dat was niet herkenbaar op deze corsowagen. De afzonderlijke stukken en scherven kwamen enigszins lomp over en daardoor niet in één keer herkenbaar. Ook de logica van de scherven en brokken riep vraagtekens op. Niet voor niets werd door de opbouw de toeschouwer aan het werk gezet om de stukken bij elkaar te brengen. Een zoektocht naar bij elkaar horende dingen. In hun vorm en samenhangende logica als verwijzing naar het complete beeldje voordat het stuk viel, bleven de getoonde onderdeeltjes teveel op zichzelf staan. Los van de eigenschappen van het porselein en alleen maar gekeken naar de vormen, zag de vakjury een aantal interessante en boeiende aspecten. In de eerste plaats was er een spel van figuratie en abstractie. Zo was in de middelste wagen een mooie ronde ruimte gelaten, gevuld met een zacht spel van licht en schaduw. Er was een goede afwisseling te zien van bollingen, holtes en lijnen. In de tweede plaats was er een mooi spel van betekenissen te zien. De figuratie is zoet, geïdealiseerd. Die zoete wereld is in scherven gevallen en dat gaf direct ook iets pijnlijks, iets bitters, iets venijnigs. Het is voor de vakjury een absoluut verrassende corsowagen geweest. Om de hoogste ogen te gooien in dit creatief en technisch geweld van het Zundertse Bloemencorso miste de wagen toch iets te veel van het beoogde verhaal. De kleuren waren wel mooi maar te weinig uitgesproken om het verhaal geheel overtuigend te kunnen vertellen. Het beoogde realiteitsgehalte was net even onvoldoende.