archief home

Africanized Killers

2005
2005
<
>
<
>

Van Hassel

Titel: Africanized Killers
Categorie: Wagen
Jaar: 2005
Buurtschap: Laarheide
 
Ontwerper(s): Hellen Vermeiren
Jeroen Boot
 
Startnummer: 12
Prijs: 4
Punten: 496
Juryrapport
Een beangstigende groep vliegende wespen, voorafgegaan door twee rupsen. Deze laatste waren een klasse apart. Heel fraai van structuur, die de rups in werkelijkheid afschuwelijk dicht benaderde. Ze waren week, hulpeloos, vlezig en de ringen op het lijf suggereerden prachtig de peristaltische bewegingen waar echter nooit veel vaart uit kon komen. De rimpels in het vel waren erg mooi weergegeven door het gebruik van bloemen in de juiste kleuren. Ook de buiging van de rug van de ene rups was mooi en goed uitgevoerd. De rechtop staande rups symboliseerde een wanhopige poging om te ontkomen aan de dreiging die van achter kwam. Over de zwerm wespen bestonden binnen de vakjury verschillende waarnemingen en waarderingen. De ene groep vond de zwerm beangstigend, dreigend, paniek veroorzakend. De wespen hadden dezelfde reactie tot gevolg als echte wespen: wegwezen! De gonzende vaart van de insecten, de meedogenloze oogloze maskers van ‘killers’, die haast leken te hebben om elkaar voor te zijn om te doden. Dat beeld werd goed herkend. De dingen in het klein waren ook mooi in het groot. Alle wespen waren afzonderlijk goed te zien en samen werkte de zwerm ook prima tot de verbeelding. De vleugels met ijzerwerk erin waren goed van vorm en de laatste bijen sloten de ‘killersbende’ goed af: aanvallen! Daarentegen vond de vakjury, dat de vrij zware lichamen van de wespen in een enigszins onwerkelijk contrast stonden met de filigreine vleugels, die het ruimtelijke beeld bepaalden. Ze zijn daardoor op het eerste oog niet goed te identificeren. De wespen hebben weliswaar grote kaken, maar verder maakten zij een dode indruk. De ogen van de insecten te vlak en niet stralend. Ze hingen zoals je wespen zou verwachten in een biologielokaal waar je in speciale laden onder glas vaak keurig onder en naast elkaar opgeprikte insecten ziet, waaronder wespen. De lijven leken ook allemaal teveel op elkaar. Van de zijkant bezien toonde de wagen als vertellend beeld zijn zwakte, een wirwar van frame en vleugels met droevig uitziende, overigens wel in een mooie kleurstelling uitgevoerde ‘dotten’. Soms reed de wagen met de wespen snel naar voren om nog meer de indruk te wekken dat zij uit waren op hun prooi, de rupsen. Dat effect ging echter als theatraal aspect in deze wagen verloren en bracht de zwerm wespen ook niet echt tot leven. Daar tegenover stond weer wel, dat vanuit bepaalde gezichtshoeken, in het bijzonder aan de achterkant van de wagen, een helder beeld naar voren kwam. Het gebruik van de in zwart gehulde duwers en het zwart geschilderde chassis onderstreepten het dreigende karakter dat ontwerpers en bouwers met het thema beoogd hadden. Dat werd ook nog eens geaccentueerd door het contrast tussen onderstel en duwers die samen een monolithische eenheid vormden tegenover de open structuur van de zwerm wespen erboven.