archief home

La cantara parola Dio (Zing het woord van God)

2005
2005
<
>
<
>

Van Hassel

Titel: La cantara parola Dio (Zing het woord van God)
Categorie: Wagen
Jaar: 2005
Buurtschap: Veldstraat
 
Ontwerper(s): Gerard van Erk
 
Startnummer: 10
Prijs: 12
Punten: 413
Omschrijving Theologen beschouwden lange tijd de vier evangeliën van het Nieuwe Testament als belangrijkste bronnen over het leven en de leer van Jezus. Deze worden toegeschreven aan de vroege leiders van het Christendom, de vier evangelisten Mattheüs, Marcus, Lucas en Johannes. Op de wagen staan deze evangelisten afgebeeld volgens de oude iconografie, ieder met hun symbool der apocalyptische gevleugelde levende wezens. Mattheüs met de mens, Marcus met de leeuw, Lucas met het rund en Johannes met de adelaar. Hun boodschap, het woord van God, is de aanleiding geweest tot het ontstaan van talloze muziekwerken. La cantara parola Dio, zing het woord van God.
Juryrapport
De evangelisten brachten het woord van God, het lied van de Heer, naar de aarde. Dat was het thema van deze wagen. Ontwerper en buurtschap zetten dat om in beeld en gezang. De monniken met hun gregoriaanse zang en de gospelzangers met hun typisch jazzyachtige gospels verheerlijkten ieder in hun eigen kenmerkende sfeer, God, de Heer. Chapeau voor de figuranten, ze hielden ook na uren nog hun zuivere klank en enthousiasme. Gezang en beeld kwamen samen in één brandpunt: de hogepriester. Deze figuur werd op zijn preekstoel de intermediair tussen hemel en aarde. Dat lukte ook zolang als hij met zijn gezicht naar het publiek staat. Op zijn rug bekeken, miste je dit effect en verloor de wagen veel van zijn kracht. De wagen zelf was in al zijn overzichtelijkheid niet echt verrassend. Het was meer het toneel en decor voor het theatrale optreden van de zangers en de hogepriester, terwijl waar het om ging, de dahliawagen, te weinig eigen kracht toonde. Wat ruimtelijk weer wel heel sterk was, waren de verticale panelen die hun tegenhanger kregen in de horizontale trappen. Een goede keuze. De panelen leken door hun vorm en kleurstelling orgelpijpen. De evangelisten vormen vanuit de ene optiek een in elkaar vloeiend beeld en van de andere kant vallen ze uiteen in afzonderlijke stroken. Dat effect werkte slechts gedeeltelijk en boeide niet. De evangelisten moesten bovendien concurreren met de figuranten, vooral de gospelzangers, die volop de aandacht trokken. Zo werden de panelen met de afgebeelde evangelisten decorstukken. De eenheid nam toe zodra de gospelzangers zichzelf het zwijgen oplegden. Dan smolt alles tot een mooie harmonie van liggende en staande lijnen, dan onderscheidde je ook hoe verfijnd de aureolen de hoofden van de evangelisten omringden. De vakjury vond de wagen door de verticaal staande elementen en de sobere kleurstelling wel een te statische uitstraling krijgen. In deze zin boden de figuranten wel enige compensatie en brachten leven in het tafereel.