Juryrapport
De wagen deed een poging om een beeld te maken van de digitale snelweg. Op zich een heel aardig en eigentijds idee. Er zitten heel veel verwijzingen in deze wagen: internet MSN, The Matrix, de doortocht door de Schelfzee, een kubistisch schilderij van Duchamp. Teveel verwijzingen? Nee, dat hoeft geen probleem te zijn. De versnippering van het beeld van deze wagen wordt door andere factoren bewerkstelligd. Alle lijnen weigeren zich te bundelen tot een grote kracht. Ze zijn te slap, te warrig, te verbrokkeld door alle letters en tekens en remmen de suggestie van snelheid, dat toch het thema van deze wagen is. De lijnen, sterk verbrokkeld, gaan nergens naar toe. De wagen mist een kern, die alle lijnen (beweging) bundelt, een rustpunt in het beeld biedt. In de veelheid van fragmenten ontwaar je ook een figuur. Maar ook die stelt je voor vragen. Is het wel een figuur? En wat doet de figuur precies? Waarom zit hij daar? Dat een wagen een vraag oproept is niet verkeerd. Dat kan ook een interessante spanning opleveren in de communicatie tussen de wagen en het publiek. Maar dan zou de vraag wel logisch uit het beeld op moeten komen. Hier stelt de wagen niet één vraag, maar heel veel. Dat kan de vakjury natuurlijk niet allemaal in het moment van voorbijgaan van de wagen verwerken. Dan krijgt de wagen al snel de kwalificatie ‘vaag’ of zoals een lid van de jury zei: ‘de wagen sterft in zijn goede bedoelingen’.
Toch heeft ook deze wagen met zijn kleurtonen iets vertederends, een soort snoepwinkel met potten zuurtjes waaruit je naar hartelust zou willen grabbelen. Maar dat was het thema van deze wagen niet.