Juryrapport
Een smaakvolle, tamelijk traditionele corso-presentatie die door zijn formaat, perfectie en
gedetailleerdheid grote indruk maakt. Vier strakke obers die hun werk professioneel doen,
zonder ook maar met het minste werkelijke contact met hun gasten. Beroepsdeformatie
bestaat. Het is een kwestie van doorgaan, jaar na jaar. Totdat alleen de ingesleten routine
overblijft. Dat zijn deze vier obers boven alles: geroutineerd. In het tonen van de wijn, het
dragen van het dienblad. Zeer fraai en helder uitgevoerd wordt alles opgediend aan het
Zundertse corsopubliek. De rekening achteraf is goed gepeperd en zorgt voor een komische
slotnoot.
De vier stralen geroutineerdheid uit in alles wat ze niet willen zien; larmoyant gebral na de
derde fles, de verveling van een belegen huwelijk, het gemier over liflafjes en al dan geen
kurk in de wijn. Geen enkele gast maakt hen van streek, daarvoor zitten ze lang genoeg in
het vak.
De uitvoering is consequent en met name de kleding heeft vele zorgvuldige details. Ook in
de figuren zijn die goed aanwezig, zoals de nagelriemen van de handen van de obers, de
gesteven snor en de opgekamde wenkbrauwen. De makers moeten enorm veel plezier
hebben gehad om hierin tot het uiterste te gaan.
Heel goed was het doorlopen van armen en servetten tot onder het onderstel, waardoor het
open onderstelvolledig wegvalt en totaal niet stoort.
De gerechten zijn soms wat minder goed getroffen. Soms wat grotesk en bijna banaal, wat
afbreuk doet aan het geheel. De verlepte slablaadjes onder het varken hadden wat frisser
mogen zijn.
De gezichten zijn goed getroffen, met name de achterste ober heeft een geniale uitdrukking
en houding. Een glimlach die wantrouwend maakt. Terecht, als je de rekening achter zijn rug
ziet.