Juryrapport
Een gebalde vuist, paars/rood opgeblazen en rollende spierbundels, neusvleugels
die volop zuurstof inhaleren en geagiteerd stoom afblazen. Zo rolt Paardenkracht de
straat in. Snel daarna zie je het hele beest. Het maakt zich breed, doet aan
powerplay. Alles is volkomen passend in dit beeld dat zo weggelopen zou kunnen
zijn uit een heldenstripverhaal of computergame. Want karikaturaal is het zeker. De
wagen laat een hedendaagse vertaling zien van een paard dat naast gras vooral
krachtvoer heeft gegeten. Het beeld past in deze tijd van spornomannen,
krachtpatsers en aan je lichaam werken.
Het synchroon lopen van beeld, beweging en geluid maakt indruk. Het zilveren
alternatieve materiaal geeft het krachtige beeld een extra dimensie en het is knap dat
de bloemen zo mooi intact blijven, ondanks het forse uitzetten van de spieren. Het is
een technisch hoogstandje, zonder dat techniek het beeld overheerst.
De kleuren zijn goed gekozen, het tikwerk in gekleurde streepjes doet wat het moet
doen: het verbeeldt de spiervezels, accentueert de volumes van de rondingen en
verbindt de onderdelen, alsof er energiestromen over het hele lijf razen.
Maar is dit monster echt gevaarlijk, of is het alleen maar show? Je weet het niet. De
geluiden klinken echt gevaarlijk. Onderbuikgerommel als een naderend onweer ,
daarboven het hinniken van het paard. Zoveel onrust maakt bang. Maar de zilveren
glans van de gestaalde spieren doet weer denken aan bling bling en ijdeltuiterij.
Gewoon een sixpack voor de bühne.
Paardenkracht overtuigt vooral vanwege de theatrale ophef die het monster maakt
en de gemengde gevoelens die het veroorzaakt, iets tussen doodsangst en ‘wat een
aanstellerij’ in.