Juryrapport
We aanschouwen een ongeboren kindje. Ze toont haar prille naaktheid aan een ieder die het
zien wil. Aan de ene kant als een realistische weergave van een ongeboren kind waarvan zelfs
de huidplooien heel gedetailleerd zijn weergegeven. En aan de andere kant hoe een foetus er
‘van binnen’ uitziet. Hersenen, ruggenwervel, ribben en hart zijn in de holte van het lichaam
zichtbaar. Tevens wordt inzichtelijk hoe de gewrichten functioneren en hoe het bloed door
haar aderen stroomt.
Een baby drijvend in de baarmoeder kan een ontroerend beeld zijn, maar met het zichtbaar
maken van het ribbenkastje en ingewanden krijgt het tafereel iets lugubers. ‘Van binnen’
intrigeerde door deze rare combinatie van ontroering en afstoting. De roze babyhuid lijkt op
een stuk scherf die hoekig en brutaal is stukgeslagen. Alsof iemand met een moker op een
porseleinen beeld heeft geramd.
Een foetus die op die manier is stukgeslagen, roept al gauw het akelige beeld op van dood en
bederf, ingetreden nog voordat de nieuwe mens geboren wordt. De onderwater geluiden
waren goed gekozen, maar kwamen in de stoet slecht uit de verf (tamboerkorpsen zijn niet
altijd een zege).
De ene zichtbare ijzeren stang lijkt de borst te doorboren waardoor het lugubere beeld
ontstaat van een gespietste baby. Het is jammer dat deze stang (waarop ongetwijfeld een
groot gewicht wordt gedragen) duidelijk in beeld is en niet ergens onzichtbaar geplaatst kon
worden.
De vetrolletjes bij voeten en handen zijn mooi gemaakt, maar anatomisch zit het niet goed in
elkaar. De romp heeft de vorm van een opgeblazen ballon en het hoofd is zonder nek tegen
de romp geplakt.
Kortom een gewaagde poging om een belangrijk onderwerp als het begin van het leven te
verbeelden, maar volgens de jury in de uitvoering niet heel erg gelukt.