Juryrapport
Flanders Field laat de toeschouwer als het ware een traditioneel oorlogsmonument zien. In een driehoek wordt de toeschouwer naar boven geleid, naar het dramatisch gebaar van uitputting, berusting en vermoeidheid met een vleugje hoop en vertrouwen op een goede afloop. Toch overheersen de gevoelens van uitzichtloosheid en wanhoop. Dat is waarin dit beeld zich onderscheidt van de oorlogsmonumenten zoals wij deze kennen. Daarmee is het mogelijk een actueel monument: een monument om uitdrukking te geven aan de absurditeit van oorlog.
Hoewel de overwegend sobere kleurstelling met het wit en roze en de kleine, niet echt duidelijk herkenbare, rode klaprozen zorgvuldig is gekozen en deze details de symboliek versterken, is er met de kleurstelling van de figuren veel te slordig omgegaan. Dat is jammer. Zo komt Flanders Field niet helemaal uit de verf. Het roze/paars en wit leggen een patroon over het hele beeld van de figuren, die alleen maar onrust veroorzaken. Die onrust wordt nog eens sterker door de her en der opgestelde kruisen, die juist weer in één kleur zijn weergegeven. De kleuren op alle onderdelen van de lichamen zijn allemaal op dezelfde wijze, monotoon aangebracht. Alsof er geen verschil van textuur te herkennen is in een aangeklede soldaat. Tot zelfs de geweren en helmen versmelten in dezelfde wirwar van kleurengebruik.
Het monumentale van de vormen werkt dan ook nog tegen. De figuren komen niet los van elkaar, lijken elkaar in de weg te zitten (of was hier de suggestie van de loopgraven bedoeld?) en vormen één massa tussen de kruisen. Kruisen, die bijna de functie lijken te krijgen van poortjes om de figuren niet van de wagen te laten vallen. Met name het schuin geplaatste kruis versterkt deze suggestie. Het breekt het op zich zelf sterk gegeven van de in monotoon wit uitgevoerde kruisen af en werkt zelfs storend.