Juryrapport
‘Overige bestemmingen’ lijkt uit steen gehouwen. En hoe? De kubistische verspringende vormen, het spel met de verticale en horizontale snijvlakken, het ontwijken van de valkuil niet in de massa te verzanden, maar het spel subtiel voort te zetten, is ronduit knap. Het getuigt van een goed ruimtelijk inzicht met een goed gevoel voor balans. Een knipoog naar het Zunderts’ beeld van O. Zadkine.
Door het sober kleurgebruik trekken de gekleurde fragmenten nog meer aandacht, zonder dat ze van de rest van het beeld worden geïsoleerd. Immers de neus, lippen etc. zijn ook in de witte blokken herkenbaar. Een creatieve vondst.
De wagen laat een geheel eigen aanpak van het thema zien en springt er als zodanig ook in de stoet uit.
De tekening van straten en namen is, door de dunne lijnvoering, niet alleen een aantrekkelijk grafisch patroon, maar zijn ook dienstbaar aan het geheel, want zij verbinden de blokken. Een consequente wagen, helder van compositie, mooi van kleurstelling, goed verzorgd tot in detail, met knap tikwerk. Uit welk gezichtpunt ook bekeken.
De wagen is wel strak. Deels wordt dat opgeroepen door het monumentale karakter, dat we hiervoor juist een sterke kwaliteit van deze wagen vinden. Maar het monumentale kan net even doorschieten en wordt dan minder aantrekkelijk. Het ontroert niet echt. De wijze waarop de ogen van de beide broers het publiek ‘aankijken’ maakt veel goed. Zij kijken de toeschouwer vriendelijk aan en lijken de blik van de ander even vast te houden. Dus ook hier weer het aspect van de ontmoeting van het beeld met het voor deze Corso-optocht rijk toegestroomde publiek.